Na een nachtje steiger kiezen we voor een Mooring in de
Lagoon. Het water is hier niet mooi blauw maar er zwemmen flinke vissen. Die
als we de rubberboot sávonds aan dek ruimen proberen met alle macht John nat de
spatten. Zeker als het donker is lijkt het wel of hier het monster van Loch
Ness huist.
Met de dinghy zijn we zo bij de zuidkant om bij de
supermarkt, die ons aangenaam verrast in hun assortiment, inkopen te doen.
Bij de marina zit een dinghy steiger min of meer bewaakt
waar we onze bijboot ook geregeld vastknopen om wat rond te wandelen.
We besluiten om naar Pigeon Island te wandelen, 4 kilometer.
Heerlijk na zo’n tijd aan boord even flink de benen strekken. Vroeg op pad
zodat de zon nog niet zo sterk is. Langs de weg op het grasrandje lopen want
voetpaden kennen ze hier niet. We hebben een mooi uitzicht als we voorbij een
resort komen over de zee waar we langs zijn gevaren bij aankomst.
Pigeon Island is van een trust dus een kleine
toegangsbijdrage wordt gevraagd.
We wandelen eerst naar het Fort wat is gebouwd ter
verdediging door de Engelsen tegen de Fransen op Martinique. Daarna nog een
flinke klim de andere piek op wat een prachtig uitzicht geeft over de zee. In
de verte zien we Martinique liggen waar we van de week heen gaan zeilen.
Uitklaren doen we na een weekje wederom in het kantoor van
Customs op het havenkantoor. Wederom alle formulieren invullen paspoort laten
afstempelen en dan mogen we gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten